De term ‘segmentaal’ betekent dat een orgaan verbonden is met een specifiek deel van het ruggenmerg. Het ruggenmerg is opgebouwd uit schijfjes of segmenten. Via deze segmentale relaties ontstaan de ‘segmentale verschijnselen’: de aan de oppervlakte zichtbare en vaak ook voelbare verschijnselen, bijvoorbeeld hypertonie van een spier of een koud aanvoelend huidgebied. Deze veranderingen kunnen door de onderzoeker waargenomen worden (objectief) maar zeker ook door de cliënt (subjectief). De basis voor deze segmentale relaties wordt al gelegd tijdens de embryonale fase! In die fase worden verbindingen gelegd welke gedurende de rest van het leven blijven bestaan en er voor zorgen dat structuren, welke anatomisch ver van elkaar zijn verwijderd, via het zenuwstelsel toch met elkaar verbonden zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is een blaasontsteking gepaard gaande met kuitkrampen en koude voeten.
Kennis ten aanzien van segmentale relaties is relevant voor iedereen die therapeutisch werkzaam is en het fysieke lichaam als aangrijpingspunt heeft. Dit lijkt een beetje flauw, omdat dit dus een zeer grote groep betreft! En toch is het helemaal waar: kennis van segmentale relaties is in de professionele dagelijkse praktijk belangrijk voor fysio/manueel therapeuten, acupuncturisten, masseurs. De osteopathie is o.a. gebaseerd op deze segmentale relaties! Het vraagt wel een instelling van de therapeut in de zin van ‘wat verder willen kijken dan zijn of haar neus lang is’. Wil je weten waarom jouw therapie werkt of wil je meer weten over de samenhang tussen lichaamsoppervlakte en interne organen en wat dit betekent voor jouw massage, verklaard vanuit regulier medische hoek? Daarmee wordt het ook makkelijker te communiceren met bijvoorbeeld fysiotherapeuten en (huis)artsen.